Avondfotografie staat bijna altijd gelijk aan fotograferen met een lange sluitertijd. Sluitertijd behoort tot de belichtingsdriehoek. Het diafragma en de iso-gevoeligheid houden we in de standaard (dag) bereik. Een langere sluitertijd geeft ’s avonds en ’s nachts de mogelijkheid het licht te vinden in het donker. Als de zon ondergaat en het langzaam donker wordt, dan moet het licht een stuk langer op de sensor vallen om een goed belicht beeld te krijgen. Een lange sluitertijd kan bijv. 1/10 seconde zijn tijdens zonsondergang, 25 seconden tijdens het blauwe uur of zelfs meerdere minuten in het pikkedonker! Natuurlijk heb je dan een stevig statief nodig. Lange sluitertijden zijn fantastisch, want het brengt leuke effecten met zich mee. Het zijn deze lichteffecten die avondfotografie leuk, spannend en creatief maken. Je kunt bijvoorbeeld lichtsporen maken door langsrijdende auto’s, treinen of vliegtuigen te fotograferen. Je ziet wolken vervagen die voor dynamiek zorgen en je kunt het water bevriezen. Maar door de langere sluitertijd kun je ook transparante dubbele beelden of beweging in de foto krijgen.
Natuurlijk komt er ook wat techniek en beheersing van de camera bij kijken. Witbalans, ruis onderdrukking, (geen) vibratie stabilisatie zijn dan zaken waar je aan moet denken. Maar ook een goede voorbereiding (timing) van het licht van de zon, maan of ander lichtbronnen, zoals verkeer, is nodig.
De Werkgroep Avond- en Nachtfotografie heeft hier met een gezamenlijke training aan gewerkt.
De leden van de Werkgroep Avond- en Nachtfotografie zijn:
- Corry van Gerven
- Margo van Heugten
- Martin van Wulfen
- Riekie Hems
- Ron Hermans
- Ruud Severijns
- Raymund van de Wal
- Wil der Kinderen